Verslag Irish National Hydrology Conference 2013

Op 12 november 2013 vond in Tullamore, Ierland, de 'Irish National Hydrology Conference 2013' plaats. De organisatie was in handen van de Ierse Nationale Comités voor het IHP (International Hydrological Programme van UNESCO) en het ICID (International Commission on Irrigation and Drainage). De nationale comités verzorgen de Ierse contacten met beide mondiale watergremia.

In het kader van Iers–Nederlandse samenwerking in relatie tot het IHP van UNESCO was ik in 2012 al eens spreker op de Ierse nationale hydrologieconferentie, waarbij ik toen ben ingegaan op de ontwikkelingen van het Nederlandse antiverdrogingsbeleid sinds de jaren '90. De bescherming van hoogvenen en andere 'wetlands' in Ierland wordt steeds belangrijker en krijgt ook politiek meer en meer de aandacht. Desalniettemin worden nog steeds veengebieden ontgonnen voor energievoorziening. Nederland – met name Wageningen Universiteit, Vrije Universiteit Amsterdam en Staatsbosbeheer – heeft vele jaren met Ierland samengewerkt op het gebied van hoogveenhydrologie, in het bijzonder in centraal Ierland, waar ook de conferenties in 2010 en 2013 plaatsvonden.

Uit de voorbespreking kwam naar voren dat het waterbeheer in Ierland vooral middels een samenwerking tussen het Office of Public Works (Oifig na nOibreacha Poiblí) en de Electricity Supply Board (ESB) tot stand komt, waarbij ESB veel uitvoerende taken (waaronder meetstations, waterkrachtcentrales) heeft en OPW verantwoordelijk is voor de financiering en het beleid.

Hydrologisch-organisatorisch is er weinig eenheid of samenhang in Ierland. Men maakt een duidelijk onderscheid tussen oppervlaktewaterhydrologen en geohydrologen. De eerste groep ('de ingenieurs') is verenigd in de Comités voor het IHP en ICID, de tweede (grotere) groep ('de hydrogeologen') in de 'national chapter of the International Association of Hydrogeologists', IAH. De verdeling is klassiek, zoals deze eind jaren '80 nog in Nederland was. Er is geen nationale hydrologische vereniging, en de (vermeende) verschillen tussen de grondwaterdeskundigen en oppervlaktewaterdeskundigen zijn zo groot dat men er vooralsnog ook weinig brood in ziet. Dit heeft alles te maken met de opleidingen en het werkveld in Ierland: er zijn vrijwel geen fulltime hydrologen in Ierland. De meeste adviesbureaus hebben algemene ingenieurs in dienst die af en toe een wateropdracht er bij doen. Er zijn dan ook opvallend veel kleine ingenieursbureaus in Ierland. Hydrologie als afstudeerrichting bestaat nauwelijks meer – het is in Galway helaas verdwenen na het overlijden van professor Eamon Nash – en bestaat louter uit een paar vakken als onderdeel van een ingenieuropleiding. Na het overlijden van professor Jim Dooge in 2010 is er weinig meer over van de naam en faam van de Ierse hydrologie. Desgevraagd schatte men het aantal (fulltime) Ierse (oppervlaktewater)hydrologen op circa 20. Met de grondwaterdeskundigen erbij op circa 90. Ik heb de indruk dat er andere definities voor het woord 'hydroloog' worden gehanteerd dan in Nederland. De bijeenkomst werd namelijk bezocht door meer dan 125 enthousiaste mensen, wat bijzonder veel is, ook voor Nederlandse standaarden. De jaarlijkse bijeenkomst wordt gretig benut voor netwerken en het spreken van collega's elders uit het land. Ook Noord-Ierland en het Verenigd Koninkrijk waren vertegenwoordigd. Circa 25–30% van de deelnemers kwam uit de overheid (OPW, ESB, agentschappen), de rest voornamelijk uit de consultancyhoek, naast een paar universiteiten.


In tegenstelling tot eerdere conferenties – waarbij de nadruk grotendeels op hoogwatermodellering lag – was het palet aan onderwerpen dit keer breder. Aan de orde kwamen:

  • Indicatoren voor klimaatverandering ten behoeve van een referentienetwerk van afvoermeetstations: vinden we klimaatverandering terug in de rivierafvoeren?
  • Het gebruik van klimaatmodellen bij hydrologische effectmodellering voor beslissingen.
  • De recente verbeteringen in het Flood Studies Report. Het oorspronkelijke rapport uit 1975 is destijds tot stand gekomen in een samenwerking tussen het VK en Ierland. Het VK heeft begin jaren '90 het Flood Estimation Handbook uitgebracht, waarmee het Flood Studies Report als verouderd terzijde is geschoven. Bij gebrek aan beter hanteerde Ierland nog jaren later het Flood Studies Report uit 1975. Op aanbeveling uit het IHP van UNESCO is enkele jaren geleden begonnen aan een update: de Flood Studies Update. Eind dit jaar zullen de data, methoden en technieken via een web portal beschikbaar komen.
  • Internettoepassingen voor de Flood Studies Update voor het bepalen van ontwerpafvoeren en neerslag.
  • Verbeteringen op statistische methoden uit het Flood Estimation Handbook, hoe deze worden gebruikt en wat er kan worden verbeterd voor toepassingen binnen hoogwatervoorspelling.
  • Een Pathways Catchment Management Tool, dat brongebieden van verontreinigingen en waterkwaliteitsveranderingen kan modelleren, met gebruikmaking van de nieuw beschikbare gegevens uit de Flood Studies Update en datasets van het Environmental Protection Agency.
  • Hydraulische en hydrologische analyse (modellering) van een overstroming in de gemeente Poddle, oktober 2011.
  • Een wetenschappelijke basis voor het behoud van hoogveengebieden aan de hand van een hydrologisch beheersinstrument: welke hydrologische criteria zijn er voor potentieel herstel van de Special Areas of Conservation?
  • De invloed van bebossing op de hydrologie van 'blanket bog'. Sinds begin vorige eeuw is in het kader van nationaal beleid het areaal bos van 1% naar 10% toegenomen. Welk effect heeft dit op de grootte en het moment van rivierafvoeren?

Vanwege het uitvallen van de voorzitter heb ik op verzoek van hoofdorganisator OPW het middagprogramma voorgezeten. In het bijzonder het gedeelte over de Flood Studies Update ging over de daarin verwerkte parameters, en wijze waarop dit wordt gedaan, de betrouwbaarheid en de beschikbaarheid en toegankelijkheid. Adviesbureaus willen hier graag zo spoedig mogelijk gebruik van maken. De toegankelijkheid wordt gefinancierd door de overheid (OPW). De discussie is vergelijkbaar met die over het Nationaal Hydrologisch Instrumentarium (NHI) in Nederland: welke data komen voor wie beschikbaar, hoe wordt de kwaliteit gegarandeerd en wat kunnen we ermee? Droogte is vooralsnog geen thema in Ierland.

Op enkele onderdelen lijkt het onderzoek in Ierland nog gefragmenteerd – weinig interactie tussen oppervlaktewaterhydrologie en grondwaterhydrologie terwijl het om één systeem gaat; veel modellen met verschillende technieken, veelal gebaseerd op GIS, voor relatief kleine stroomgebieden – op andere onderdelen vindt er coördinatie en facilitatie op nationaal niveau plaats (Flood Studies Update) of loopt men zelfs voor op Nederland (real-time water levels zijn online beschikbaar). Waar enerzijds de distributie en opleiding van hydrologen in Ierland nog klassiek gescheiden is tussen ingenieurs en geologen, valt daarnaast ook op dat de Ierse overheid zelf nog veel deskundigheid in huis heeft op de relevante terreinen. Tot op hoog (directeurs-) niveau werd meegedaan aan de inhoudelijke discussies over methoden, kwaliteit en beschikbaarheid van gegevens, kennisleemten en mogelijke oplossingen. In Nederland is deze deskundigheid nagenoeg verdwenen binnen de nationale overheid. Ook wat dat betreft kan Nederland nog iets leren van de Ierse aanpak.

 

Ierland zal in april 2014 in Dublin een grote conferentie ter nagedachtenis aan professoren Dooge en Nash organiseren.

 

Michael van der Valk